dinsdag 9 oktober 2007

Mannen in de Kinderopvang

Regelmatig besteden de media veel aandacht aan de vraag of er niet meer mannen in de kinderopvang moeten komen en of er geen maatregelen moeten worden genomen om het snel afnemende aantal mannen in het basisonderwijs te keren. In de discussie hierover werd soms een beschuldigende vinger uitgestoken naar vrouwen als zouden die het niet goed doen of uitspraken werden zo geïnterpreteerd, wellicht om de berichtgeving smeuïger te maken. Sommigen vrouwelijke schrijvers reageerden als door een adder gebeten. Deze discussie speelde in 2004 en 2005 in het AD en de NRC en bladen als Pedagogiek in Praktijk en Mensen - kinderen (Jenaplan onderwijs). Eerder wierp ik in wetenschappelijke discussies (o.a. in Pedagogiek, oktober 2003) de voorzichtige vraag op of er wellicht - en niet bijzonder bewust - een 'verborgen vrouwelijk leerplan' kan zijn ontstaan in het basisonderwijs en de beroepsopleidingen daarvoor. Ook hierop werd heftig gereageerd. Het is daarom goed om onderscheid te maken tussen kritiek op vrouwen welke is terug te voeren op een klassieke mannelijke reactie op de vrouwenemancipatie (defensief, badineren en negeren, bang voor verlies van controle en macht) en een meer 'postfeministische' opstelling waarin mannen geleerd hebben van de afgelopen decennia en vervolgens opnieuw en met respect naar zichzelf, hun rol in de wereld en de relaties tussen de seksen zijn gaan kijken en willen uitzoeken wat nu werkelijk van waarde is.

De discussie wordt wel eens op het verkeerde been gezet door beweringen als zou de oververtegenwoordiging van jongens in speciaal onderwijs, opvanginstellingen en jeugdgevangenissen deels te wijten zijn aan 'de vrouwenbolwerken in opvoedingsinstellingen als crèches en buitenschoolse opvang'. Dit vraagt dringend om correctie. Vrouwen zorgen voor kinderen, voeden hen op en doen dat veelal prima. Veel mannen laten het nog afweten of maken zich er van af met mooie verhalen en af en toe wat stoeien. Het is niet zozeer een probleem van teveel vrouwen, maar te weinig mannen. Wel zie je als overgangsverschijnsel dat sommige vrouwen enige weerstand hebben als mannen hun vertrouwde domein binnen trekken. Bovendien kun je je afvragen met welke beelden van mannelijkheid in het achterhoofd vrouwen jongens opvoeden (ongetwijfeld heel gevarieerd, maar toch).